door Cornelis Arnoldus van Iersel
14 september 1944 – 1 november 1944
Udenhout, 14 september 1944.
Beste Frater Martinez,
’t Is avond. Ons Tante Martina zit met onze kleine jongen te spelen. Tante Ant ligt in een luie stoel. Anna zit te naaien en ik ga uit verveel u een brief schrijven. Een brief waarin ik u ga vertellen over de belevenissen van de laatste weken. Wij maken het tot op heden nog goed. Wij zijn gezond; leven wel in angst en spanning maar tot heden is op enkele pannen en ruiten na in Udenhout alles nog onbeschadigd gebleven. Aan ons huis mankeert nog niets. Hopelijk kunnen we dat over een maand u nog ’n schrijven. We hebben anders een angstige tijd achter de rug. Het gedonder begon voorgoed op dinsdagavond. Ik zal u het een en het ander in de vorm van een dagboek vertellen.
Het zijn allemaal veel herinneringen, maar ik veronderstel dat m’n geheugen me toch
nog niet in de steel zal laten.
2 september zaterdag.
Het is onrustig hier in Udenhout. Vele Duitsers trekken hier over de Bossche weg richting den Bosch. Hele colonnes vrachtwagens aan een gesloten. Wij weten niet wat er zal gaan gebeuren. “Verdere distantiëring in Frankrijk te verwachten” stond in de krant. We beginnen er iets van gewaar te worden.
3 september zondag.
Het is nog dezelfde toestand. Zondagmiddag waagde ik me met onze kleine Co het tweede zoontje van onze Piet op de Bosse weg. We waren er tien minuten Quatre Bras voorbij toen er opeens Engelse jagers verschenen.Van alle kanten klonk het afweer vuur.
Ik als de donder van de fiets af. Maar daar er nog steeds Duitsers over de straat trokken leek het me toch gevaarlijk daar te blijven. We zijn toen de eerste de beste binnenweg ingegaan, en zo langs binnenwegen weer naar huis gegaan. Onderweg nog ‘ns moeten schuilen voor het schieten voor het vele schieten. Toch nog behoudens thuis gekomen.
4 september maandag.
Geruchten de Engelsen zijn hier ze zijn daar, ze zijn ik weet niet waar al. Een ding stond bij ons vast. Ze komen dichterbij. Met dichte drommen ging het de grote weg over alle richting ’s Bosch. ’s Avonds ging ik naar de EHBO oefening. Onderweg werd ik staande gehouden door ’n paar mensen welke me verzochten enkele zieken uit de Van Heeswijkstraat te laten vervoeren daar de vertrekkende Duitsers van plan waren, het z.g.n. mobilisatiecentrum in de lucht te laten vliegen. Dat dit bericht grote schrik teweeg bracht laat zich begrijpen. Daar we met voldoende EHBO ers waren was vlug aan het verzoek te voldoen. Toen naar de kleermakerij , de voornaamste spullen in de kelder in veiligheid gebracht en daarna naar huis waar het onstellende nieuws ook bekend geworden was.Ondertussen was onze Pa,Moeder en Door plus kleine loge Co bij de tantes gekomen. Het hele huis vol met angstig wachtende mensen. Angstig was het. We wisten immers niet wat er gebeuren zou. Na 10 uur lieten zich de eerste ontploffingen horen. We gingen zo af en toe ‘ns buiten kijken maar er was nog niets te zien. Later bleek dat deze ontploffingen vanuit Rijen waren. Daar heeft het er toch ook nogal ontspannen. Ongeveer 11 uur begon het hier. Wezenlijk de ramen stonden te trillen. We gingen al ‘ns buiten kijken, zo achter het huis. Een rode gloed kleurde de hemel. De ontploffingen, waaronder zeer zware bleven voortduren. We korten de tijd met het bidden van ’n paar Rozenhoedjes, en nik met op de grond te liggen slapen; maar toen was het ergste voorbij. Om drie uur kwam Ties Heessels ons roepen om eens buiten te komen. De straat was vol mensen. Het branden was verschrikkelijk. Het centrum; vier grote prachtige magazijnen stonden in lichter laaien. Verder: de landbouwschool, hutten op de steenfabriek, welke ook als opslagplaatsen gebruikt werden. Het parochiehuis en de school op de Biezenmortel welke ook als magazijnen gebruikt werden. Op vijf plaatsen kleurde de rode gloed de hemel, als even zo veel tekens dat de Duitsers Udenhout verlaten hadden en dat ze datgene dat ze niet konden meenemen aan vernietiging ten prooi gaven. Een garage was ook in brand gestoken, recht tegenover Botermans. Deze brand was gauw geblust en de burgers aan het ruimen. Alles wat nog bruikbaar was is weggesleept. Goede buit is er niet gemaakt. Het was meest oorlogsmateriaal en daar kunnen wij mensen al niet heel veel mee aanvangen. Onze perfecte brandweer was al spoedig in actie. Het achterste deel van de Landbouwschool, welke in brand stond werd al snel geblust, daardoor bleef de school gespaard. Door het overspringen van de vonken dreigde het huis van de gebroeders van Lamoen ook vlam te vatten, dit door het actief optreden van de brandweer voorkomen. Hulde aan het kranige vrijwilligers korps. Eindelijk begon het te lichten en was de nacht voorbij. Troosteloos waren de nog brandende ruïnes. Vele burgers waren nog aan ’t speuren iets bruikbaars te vinden. Nu en dan kwam er nog ‘ns een Duitser, ’n achterblijver meenden we. Maar wij waren vrij! In onze mening althans. Het zou anders uitkomen!
5 september dinsdag
Lust tot werken nihil. Ik bleef thuis om onze Anna wat te helpen, en wat boodschappen te doen. Ik was juist op de boterfabriek, om melk en boter te halen, toen een felle slag de fabriek deed daveren. Wat nu weer? Kaatsheuvel! De munitievoorraden in Kaatsheuvel gaan de lucht in. Dat was wat. Hetzelfde gespetter als hier maar daar tussen door slagen! Die het huis deden schudden. Eerlijk frater, felle donderslagen waren maar kinderrammelaars in vergelijking met dat geweld. Gevaar bleek er niet bij te zijn. Angst hadden we genoeg. Maar het viel toch nogal mee. Aan het lawaai waren we al meer en meer gewend. We schrokken op het laatst niet meer.
6 september woensdag
Geen Duitsers te zien, wat ’n genot. Maar blijft den Tommie? Hij was al in Goirle gesignaleerd. hij kan toch allang hier zijn! Breda was in Engelse handen, volgens de geruchten welke kant gingen ze dan nu uit? Deze geruchten bleken zoals zoveel anderen niet waar te zijn. Het werd weer een geduldig afwachten.
7 september donderdag
Deze nacht slecht geslapen. ’n Uur of twee was het toen ik wakker werd van gedruis. Ik kon het niet definiëren, wist niet wat het was. Zachtjes m’n bed uit en gekeken. De straat was vol wielrijders. Ze riepen wat tegen elkaar, ik verstond er niets van. Ja, dat waren ze! “Anna, ik denk dat de Tommies er zijn!”. Geen rust had ik meer, ik vroeg uit het bed en de straat op …… Duitsers……. wat een teleurstelling. We dachten, we zijn er goed door, maar we kwamen van de drup in een donderbui!. Alle gebouwen ineens weer vol.
’t Werd nog erger.
8 september vrijdag
Soldaten die oorspronkelijk hier geweest waren kwamen ‘ns kijken hoe hun vernieling geslaagd was. Ze kwamen natuurlijk tot de ontdekking dat niet alles was verbrand en dat het een en ander gekaapt was. Hierop volgde bij velen die in de buurt woonden huiszoeking. Veel werd er gevonden. Verschillende personen werden gearresteerd. Hoe zal dat alles aflopen? Op de Biezenmortel hadden de boeren enkele auto’s finaal uitgekleed ook daar werden er veel gearresteerd.
9 september zaterdag
Rijwiel vordering. Vele rijwielen werden in beslag genomen. Ook die bij mij kwamen ze bekijken. Daar ik echter lid was van de L.B.D. ben mocht ik m’n rijwiel behouden. Wat zal de volgende dag brengen? Dit is een vraag die we ons dikwijls angstig afvragen.
10 september zondag, 11 september maandag
Geen bijzonder nieuws. Alleen veel Duitsers in Udenhout. We gingen maar weer aan ’t werk ook.
12 september dinsdag
Geen nieuws. ’s avonds kwam een Duitser vragen om voor hem te werken. Goed m’nheer. Ja wat anders. (Originele tekst niet goed leesbaar door kopiëren )
13 september woensdag
Nog meer Duitsers in Udenhout. Thans met zwaar en licht afweergeschut plus artillerie.
Rondom Udenhout werd de zaak in stelling gebracht. Dat ons de schrik om het hart sloeg kunt ge begrijpen. We namen toen, niet gaarne de allernoodzakelijkste voorzorgsmaatregelen. Onze goede kleren en ons linnengoed borgen we in de kelder. Ook levensmiddelen, verder pakten we het noodzakelijkste in koffertjes om bij een eventuele vlucht alles bij de hand te hebben wat noodzakelijk is. Werkelijk we hadden angst. Van werken kwam natuurlijk weer niets.
De andere dag donderdag 14 september ging het beter. M’n Duitse werkman was niet gekomen. De Duitsers trokken weer weg, wij blij. Ze gingen naar Utrecht en naar Eindhoven. Voor ons part………….. als ze hier maar weg zijn. Wat erger was, er waren treinen gekomen met legervoorraden. Dit is slimmer. (slimmer d.w.z. erger, slechter).
15 september vrijdag.
Geen nieuws. Wel veel vliegtuigverkenningen. Alles bleef rustig tot,
16 september zaterdag.
Het begon al vroeg in de morgen. Het was n.l. acht uur in de morgen toen de eerste Engelse vliegtuigen de trein onder handen namen. Dit was van korte duur. Het was maar een voorspel. De trein vertrok. Rond negen uur werd de trein in de akker onder handen genomen. Op de Berkelse weg gingen drie Tilburgse mensen met een stootwagen. Deze zochten dekking, maar zetten hun wagen met de burries omhoog. Vermoedelijk is deze manoeuvre voor in stelling brengen van afweergeschut aangezien. Hoe het ook zij, de piloten namen die mensen onder vuur. Een was op slag dood. De twee anderen zwaar gewond. Onder die bedrijven zaten wij in de schuilkelder. Nauwelijks waren we weer aan ’t werken of ik werd als LBD man opgeroepen om hulp te verlenen. Het aanzien was werkelijk verschrikkelijk. Een dode, twee anderen die zich in hun bloed lagen te wentelen vol pijn en benauwenis. Dokter en Pastoor waren al ter plaatse. Na daar hulp verleend te hebben gingen Dokter en Pastoor naar het station, waar ook hevig geschoten was. Gelukkig waren daar geen slachtoffers. Ondertussen was het wachten op de ziekenwagen. Na twee uur werden de mensen pas vervoerd.
De aan het station geparkeerde trein was in brand geschoten. De ene ontploffing na de andere volgde. De huizen daar kort in de buurt werden daardoor gedeeltelijk vernield.
C. Scholtze kreeg een stuk van een projectiel binnen waardoor het huis gedeeltelijk vernield werd. Het brandde steeds voort. De ene wagon na de andere en de ontploffingen waren niet van de lucht. We dachten we zijn er weer door. Het verschrikkelijkste moest echter nog komen.
Avond 10 uur. We zaten rustig bijeen toen er geweldig hard op de deur gebonsd werd. We schrokken ons naar. Ik ging opendoen. P. Haen stond aan de deur te schreeuwen, “Kees vlug, aan het station is een granaat op de brandweerwagen geslagen. Er zijn verschillende zwaar gewonden”. Daar nou. Voor de schrik nam ik een tas koud water. Ging kalm m’n fiets halen met de verbandtrommel. Ondertussen had ik Haen doorgestuurd naar H. van Laarhoven. Ik ging Luus Berendonk ophalen en met ons tweeën spoedden we ons naar de plaats van het onheil. Wanneer ik onderweg mensen schimmen zag riep ik “Luft Schuts”Enkele malen kwam het antwoord “Varen sie Weiter”.
Aan de ingang van de losplaats werd ik aangehouden door Jos Verspeek, die wees me de weg naar de gewonden. Ant Dekkers was er zwaar aan toe. Voordat ik hem kon helpen hielp van de Loo mijn hulp in. Hij had een diepe vleeswond aan zijn bovenarm waarbij de slagader was doorgesneden. Snel afhandelen en met snelverband verbinden was het werk van een ogenblik. Toen ging ik naar Dekkers. De dokter was intussen al gearriveerd. Hij onderzocht Toon. Ernstige borst en buikletsels. Vlug ondergedekt. Alleen het ziekenhuis en operatief ingrijpen kon nog redding brengen. Ik had al mensen weggestuurd om de brancard. Het duurde nog al even voordat ze er mee waren. Dokter belde om de ziekenwagen. Deze kon aanvankelijk niet komen, wegens gebrek aan gas. Na enig onderhandelen waar bij van hier uit benzine werd beloofd voor de terugtocht zouden ze komen. Na een half uur arriveerden ze dan ook inderdaad. Toon klaagde intussen over de ongemakkelijke ligging en pijn in de bovenarm. We knipten de jas open. Een zeer grote diepe vleeswond was zichtbaar. Door dokter assistent werd den arm verbonden. Het duurde nog even en daar was de auto. Goddank. Toon met de andere twee van de Loo en Antoon Vlokhoven welke aan de arm en hand verwond was konden weg. De dokter gaf goede hoop op herstel. Tijdens het in de ziekenauto brengen beleefden we de grootste angst. Engelse vliegtuigen kwamen en gooiden lichtkogels af. We waren als de dood zo bang voor een bombardement of beschieting. Gelukkig trokken ze af. Een trein passeerde nog en we waren blij dat het zo goed afliep. Zodra de patiënten weg waren als de donder op de fiets en de gevarenzone uit. Een zucht van verlichting ontsnapte me toe ik weer veilig thuis was. Een angst hield ik bij me; om geroepen te worden voor een beschoten Duitse trein en dan mee te moeten maken een tweede beschieting. God beware me daarvoor. ’s Nachts bleef ik op ’n paar stoelen slapen. Anna en de tantes gingen naar bed. Zo was er tenminste iemand direct bij de hand wanneer er iets bijzonders gebeuren ging. Er gebeurde niets behalve een paar laag overkomende vliegtuigen waarvan er een, een bom liet vallen en Goddank er gebeurde niets meer. Zondag behoefden we niet naar de kerk, de p;astoor heeft gedispenseerd, dit was het laatste nieuwtje van die dag.
17 september zondag
Anna en ik gingen toch naar de kerk. Er waren al vroeg vliegtuigen in de lucht. Ook werd er geschoten. Even zijn we in de kelder geweest. Maar toch niet lang. Om 2 uur begon er een grote Engelse overtrek. Massa’s vliegtuigen. Grote viermotorige, en vele met een aanhangend zweefvliegtuig. Een zweeftoestel moet er geland zijn bij Huize Assisie. De Duitsers zoeken de omgeving af. Dit waren de laatste gebeurtenissen. Waar zouden ze dit zaakje neergelaten hebben. Weer horen we van fietsen vorderen. Weer doemen er geruchten op. Burgemeesters huis staat in brand, het patronaat dito. We kunnen geen bevestiging van de geruchten krijgen en gaan kijken durven we niet.
18 september maandag
Geen bijzondere gebeurtenissen vannacht. Het eerste nieuws dat ik hoorde was echter bitter. Antoon Dekkers overleden. Het was niet om te geloven. Zijn ouders, die het nieuws al hadden horen zeggen, vroegen mij; of ik het bericht kon bevestigen” Daar ik het slechts had horen zeggen antwoordde ik ontkennend. Later ontmoette ik de dokter welke het treurige nieuws bevestigde. Arme vrouw en kinderen, God hebben Toon zijn ziel.
Op de voormiddag veel Engelse jagers in de lucht. Er werd dikwijls geschoten. Wij doken voor ’n kort tijdje de kelder in. Van werken kwam niets terecht. Op de middag kwamen er nog meer vliegtuigen. Het waren de voorboden van een nog groter transport als op zondag. En jawel om ’n uur of drie kwamen er nog meer luchtmonsters over dan zondag en toen waren het er al zoveel. De laatst komende waren zo laag dat we de afweerkanonnen duidelijk konden zien. Vele jagers waren erbij ook van die zilvervissen met die dubbele staarten zoals de G 1 uit het Hollandse leger. Jammer genoeg gebeurde er nog een ongeluk er mede. Vier toestellen werden voor onze ogen neergeschoten. Een kwam er brandend neer nabij de boerderij van van Iersel op het Winkel. De boerderij met bijbehorende gebouwen zijn tot de grond afgebrand. Van de zeven inzittenden waren er zes op slag dood, een is er afgevoerd naar Assisie. In den avond vroeg een Duitser aan mij naar het neergestorte vliegtuig. Ik gaf hem niet alle inlichtingen. Later viel ons zijn zonderling doen op. Was hij misschien een vriend van de verongelukte? Jammer dat, dat me niet eerder te binnen geschoten was. Van de andere gaan geruchten zoals; allen ontsnapt. Wat is er van waar? Er gaan zoveel leugens. Een ding is zeker. Het front komt naderbij. Deze toestellen moesten naar St. Oedenrode. Hoelang nog de schrik en de onrust. Het laatste is erger dan het eerste. ’t Is half tien en behoudens enkele Tommies die nog in de lucht zit is alles rustig. In de verte fluit nog een trein. Het personeel van de N.S. is in staking.
19 september dinsdag
Tot vier uur een rustige dag. Wat gemerkt maar niet veel omstreeks half vier begonnen de vliegtuigen weer te komen en werd er weer geschoten. ’t Viel toch nogal mee. Het enige pessimistische bericht; ons Door vertelde; een Duits en een Engels leger rukken met grote snelheid naar elkaar op. Zal ’t tot een treffen komen in de omgeving? Dat is onze bange vraag. Weer rukken er grote Duitse eenheden vanaf Tilburg over de Bosse weg richting ’s Bosch. Er gaan heden geruchten dat er reeds in Veghel geschoten wordt.
en dat de Engelsen oprukken langs het kanaal in de richting ’s Bosch. Wat zullen nu de Duitsers doen? Zich terugtrekken in de richting Zaltbommel, of de Engelsen in de richting Veghel tegemoet gaan? We zullen er het beste maar van hopen.
In de avond, de deuren staan te rammelen van het (waarschijnlijke) kanonvuur.
In de verte richting Oisterwijk kunnen we de lichtkogels zien hangen. Een mooi gezicht!
Kort bij ontploft er iets met een flinke slag. Wat zal de nacht weer brengen?
21 september donderdag
Daar er gisteren zich geen bijzondere gebeurtenissen voorgedaan hebben kan ik die dag gerust als zonder gebeurtenissen vermelden. Vandaag ook geen bijzonder oorlogsnieuws. Behalve de berichten over het leger dat het zwaar te verduren heeft tussen Nijmegen en Arnhem en over Best dat reeds vier maal van eigenaar verwisseld is. Tevens het verontrustende bericht de legers al terug en vooruit trekkend Tilburg nadert, waardoor Udenhout en omgeving nog eens danig in de klem zou kunnen geraken enz. enz. Berichten die ons om beurten verontrusten en gerust stellen. Blij en bang maken. Angst nog eens angst en geruststelling wisselen elkaar af. Wij kunnen niets meer als vertrouwen en hopen dat Hij die de wereld regeert ons genadig zal zijn.
Het grote dat te vermelden is; Antoon Dekkers is vanmorgen begraven. Het was een zeer indrukwekkende plechtigheid. De samenstelling van de stoet. Als eerste de leden van de H. Familie. Dan het zangkoor met het vaandel. De politie in volle tenue daarop volgde een deputatie van de L.B.D. Dokter, ondergetekende, Jac. Van Heijst, Jac. Schoonus en H. Van Laarhoven. De lijkbaar werd gedragen door de brandweerliedenin vol tenue. Een plechtige H. Mis met assistentie. Aan het graf werd gesproken door de brandweercommandant P. van Dam. Hij hield een mooie en treffende rede. Waarin hij de deugden der overledene noemde. God smeekte zijn ziel genadig te zijn, de familieleden trooste en Toon ons tot voorbeeld stelde. Zijn rede was mooi en indrukwekkend.
Onze L.B.D. is nog steeds aan het organiseren. Thans is er geregeld iedere nacht wacht. Drie EHBOers en een ordenance. ’t Was heden avond oefening waar we ook Dekkers als lid van de L.B.D. herdachten. Gasmaskers werden heden avond ook uitgereikt. Verder balans opgemaakt wat voor verband er nog aanwezig is, en dat is werkelijk niet veel. Er zal a.s. maandag door enkele dames worden rond gegaan voor lakens en slopen voor het noodlazaret. Terwijl het oude linnen tot verbandmateriaal verwerkt zal worden. Tot zover deze dag. We hopen, we vertrouwen en we vrezen.
24 september zondag
Vrijdag was het hier bijzonder rustig. Geen soldaat te zien, geen vliegtuig in de lucht. Zo was Udenhout voor ’39. We kunnen ’t ons bijna niet meer voorstellen dat Udenhout zo eens weer zal worden. Zondag namiddag kwamen de eerste soldaten Udenhout weer binnen. Daarmede ook natuurlijk de eerste vliegtuigen weer in de lucht. Uit was het weer met de rustige rust. Verder geen nieuws. Alleen geruchten dat het bij Arnhem niet goed gaat met de Engelse. ’t Behoeft hun ook niet altijd voor de wind te gaan. Vandaag kwamen er meer troepen in Udenhout. Meer vliegtuigen in de lucht. Schieten en ontploffingen weer te horen. Gisteren was het trouwens erg met de ontploffingen. Naar men zegt; ging de werkplaats van de N.S. de lucht in, met nog verschillende andere werkplaatsen. Het is weer angstig. Bij Johan Botermans zou een officier gezegd hebben; het front iedere dag dichterbij. Je behoeft er echter niet naar te verlangen, geen steen blijft op de andere wanneer het front hier zou komen. Andere geruchten hebben reeds artillerie opstellingen klaar gemaakt hebben in d’n Berkhoek. Van het laatste is niets waar hopelijk is het eerste ook gelogen. Hiernaast bij Jos Robben is er ook ’n officier in kwartier gekomen, een geschikte man leek het ons. Hij haat het ijzeren kruis. Hoelang nog? De tijd wordt iedere dag angstiger. Honger dreigt voor velen. Licht is er bijna niet meer. Waar moet dat heen?
25 september dinsdag
Ik had gisteravond geen zin om te schrijven, toch was de dag niet zonder bijzondere gebeurtenissen voorbij gegaan. De Duitsers behoefden maar 500 fietsen uit Udenhout te hebben, zij begonnen dus op straat alles wat rijbaar was op te vorderen.Toen aan de huizen bij van Roermund vier fietsen, andere plaatsen een, twee, drie of zelfs vijf. Ook bij ons kwamen ze. Mijn fiets lieten ze staan voor de L.B.D. Ik heb ze daar namelijk staan met m’n verbanddoos met rode kruisband erop. Tante Ant (Scholtze) mocht haar fiets na lang bidden en permiteren behouden. ’s Avonds ging ze het zoldertje op. Hopelijk is ze daar veilig. Gisteren werd er ook veel gevlogen en werd er ook geschoten. Fr. Verzeiden werd door de scherven van een granaat in de buik gewond. En een jongen van Schapendonk in de schouder en lies. Frans is ’s avonds nog naar het ziekenhuis in Tilburg gebracht. Hij is er erg aan toe. Mij kwamen ze ook nog roepen voor het vervoer. Hij zou namelijk met de brandweerwagen weggebracht worden. De motor weigerde echter en na twee uur prutsen kon hij pas rijden. Ondertussen was Frans met een rijtuig weggebracht. Vandaag waren de berichten omtrent hem niet erg gunstig. Over het front weinig nieuws. De Engelse hebben Turnhout bezet zo luidde de berichten. Tevens hun positie in Arnhem verbeterd. De Duitsers zouden tussen Eindhoven en Nijmegen doorgebroken zijn en kans gezien hebben troepen naar Duitsland over te brengen. Voor ons geredeneerd laat ze maar gaan. Verder geen nieuws. Alleen de steeds groter wordende zorgen, waarvan zullen we eten. En over 14 dagen geen elektrisch licht meer. Het vervoer ligt stil, geen kolen worden er meer aangevoerd, wat zal dat van de winter worden? Ons Anna klaagt, hoe moet ik wassen? De zeep is bijna op. Tante Ant is niet best te spreken want sinds ’n dag of tien slaap ik op ’n paar stoelen in de voorkamer even als onze Mari. Zo sukkelen we van de ene dag in de andere. Wat zal het morgen zijn? Onze EHBO weert zich kranig. Iedere nacht wordt er door drie man gewaakt plus een ordenance. Het is voor het geval dat er een ongeluk gebeuren zou om spoedig hulp te kunnen verlenen. Hopelijk behoeven ze geen dienst te doen.
27 september donderdag
De dagen rijgen zich aaneen tot weken. De weken tot een maand en toch blijft alles hier hetzelfde. Bange onrust. Ver in de verte horen we het kanon bulderen. Dan in die of die windstreek, waar zal het zijn? En hoe zullen de burgers het daar maken? Zal dat lot ons Udenhout ook treffen? Dit zijn vragen die ons beangstigen, ons lusteloos en moedeloos maken. We hopen het beste en vrezen. Maar afijn, we leven nog en we hopen nog. Behalve de geruchten waarin we niet meer geloven is er geen nieuws. Over dag geen elektriciteit dus ook geen . We wachten rustig af er is geen nieuws.
Vandaag een ernstig zieke naar Tilburg gebracht. Ons nieuwste vervoermiddel; de kolenbakfiets van P. Witlox. Bereidwillig beschikbaar gesteld door hem. Na het ding gereinigd te hebben en voorzien van de nodige rode kruizen werd de tocht aanvaard. Om het vele schokken te voorkomen hebben we de wagen geduwd. Het was een heel end. Maar de patient kwam toch goed in Tilburg. Onderweg eventjes angst gehad toen de Tommies boven de grote weg verschenen. Gelukkig vertrokken ze weer.
We hadden omtrent die fiets nog een een bespreking met de heren Jos Robben en van Oss. Beiden waren van oordeel, dat indien de fiets onderweg gevorderd zou worden , Witlox geen aanspraak op vergoeding zou hebben. Het was, volgens oordeel van die heren, een persoonlijke aangelegenheid waarvoor de gemeente niet kon instaan. Hoe we ernstige patienten naar Tilburg zouden moeten brengen. Indien Witlox zijn driewieler niet beschikbaar stelden was de heren niet bekend. Ons inziens is het een algemeen belang, maar meningen verschillen. De nachtwake gaat door. Ik heb de beurt gehad van zaterdag 30 op zondag 1 oktober. Gelukkig geen bijzondere gebeurtenissen. Alleen in de verte zwaar kanonvuur. Dat waken is ook een particuliere kwestie, althans volgens van Oss. Jammer, krijgt W. En Jos v.d. Ven geen uitbetaling meer voor een verlette dag.
’s Nachts waken en overdag werken dat gaat voor die jongens toch niet. Verder tot 1 oktober geen nieuws te melden.
4 oktober woensdag
Onze Mari staat in de box te zingen. ’t Wordt een verwend jong. Aan wie de schuld? ‘
’t Is vanavond toch zo maar somber. Geen elektrisch licht, hadden we eerst nog van 8 tot 11 uur vanavond is het erger. Oorlogsnieuws is er geen. De geruchten zeggen in Heusden en Alphen aan de grens wordt gevochten. Wel weten we dat Oirschot geevacueerd is evenals Best. Verschillende gezinnen zijn hier in Udenhout ondergebracht. Ook in Tilburg aan den kant van kanaal moeten de burgers de woningen ontruimen. J. v.d. Steen moet ook zijn woning verlaten. Waarheen? En ……… wanneer zijn wij daarmede aan de beurt. Anders geen nieuws. Alleen maar wat meer transport van Duitse wagens en in de verte kanongebulder. Gisteren heeft de EHBO zich weer eens verdienstelijk gemaakt. Een ernstig zieke Jan Heerkens hebben ze naar het ziekenhuis in Tilburg vervoert. Het vervoer had ook een vlot verloop.
6 oktober vrijdag
Gisteren is een lang verwacht ongeluk gebeurd n.l. zoals gewoonlijk waren weer enige kwajongens op de zo genoemde gas aan het spelen. Een van hen trok een lont van een granaat door waardoor het ding ontplofte. Een jongen van Hamers werd ernstig aan zijn hand en in z’n gezicht getroffen. Op bevel van Dr Lobach werd de jongen ’s avonds nog door Jos van de Ven en Jo Weijters op de fiets naar ’t ziekenhuis in Tilburg gebracht. Ze \moesten nog een fiets van een Duitser er voor lenen. Het transport had een goed verloop. Behoudens kanongebulder in de verte had de dag een rustig verloop. Vandaag, zwaar kanongebulder in de verte. Aan drie verschillende zijde van udenhout. De geruchten willen dat de Engelsen nog 5 kilometer van Tilburg af zijn. De hier gelegerde Duitsers beweren dat ’s Bosch, Tilburg en Boxtel sterk verdedigd zullen worden. Vannacht waren hier weer geweldige transporten doorgekomen. Het was een rijden. Hoe lang nog, is de telkens terugkerende vraag.
11 oktober woensdag
De laatste dagen had ik niet veel zin om ’s avonds nog gaan te zitten schrijven. Alles is nog hetzelfde in Udenhout. Alleen de zorgen drukken zwaarder. De zorgen voor de winter. Wat moet het worden? Het vervoer is kapot geslagen te water zowel als per spoor. Levensmiddelen worden schaarser. Aardappelen zijn zonder bon bijna niet meer te koop en wat ge in de winkel op de bon krijgt is een bedroefd klein beetje. Ook het zout is thans geratsoeneerd. Voor 88 cent is alles wat er op de bon verkrijgbaar was e dat voor vier grote en de kleine Mari. Boter, aardappelen en brood zijn hier niet bij inbegrepen. Na 11 uur ’s avonds hebben we geen licht meer. Ook al wegens de bezuiniging. Wat de oorlog betreft, weinig veranderingen. De Engelse schijnen zich terug getrokken te hebben in hun stellingen bij Turnhout. ’t Schieten is in de verte te horen, anders niets. Deze morgen kwamen er 7 tankwagens Udenhout binnen zetten. ’n Lawaai dat horen en zien verging. Grote monsters waren er bij. Zij zouden hier blijven. Het is te begrijpen dat we met die dingen hier niet blij waren. In onze fantasie zagen we die al slaag leveren met de Engelsen. Arm dorpje. Gelukkig rukten zij vanavond om 6 uur weer op. Ze gingen naar Bergen op Zoom. In Vlissingen zouden de Engelsen geland zijn !
Duitse soldaten deelden ons het doel van de reis mede. Ze zeiden ons ook dat we van deze pansters niet bang behoefden te zijn. Die hadden al mede gevochten in Rusland en de wagens waren om de andere dag stuk. Indien deze zaken waar zijn dan ziet het er met het Duitse leger er niet goed uit.
Om 10 minuten voor zes kregen we nog bezoek van twee Engelse jagers. Zij schoten in de Stationnsstraat (Kreitenmolenstraat). Een jongen van Hoslie werd gewond. Verder niets raak dan enige pannen en ruiten. Verder geen nieuws, angst is geen nieuws. De ene dag rekenen we uit dat; als de Duitsers terugtrekken en in Udenhout gevochten zal worden. De andere dag wordt volgens onze mening Udenhout zonder slag of stoot vrij gegeven. Een ding is zeker, we weten er niets van hoe en wat gebeuren gaat. We hopen en vertrouwen.
13 oktober vrijdag
Vandaag geen nieuws. Gisteren nog een vrouwtje naar het ziekenhuis gebracht. De EHBO doet haar dienst. Het is bewezen dat het een nuttige instelling is. Gisteravond mooie lichtkogels in de lucht gezien. Het was net vuurwerk. Jammer dat het zo gevaarlijk is.
14 oktober zaterdag
’s Morgens vroeg kwam onze pa vertellen dat de Duitsers van plan waren de mannen van 18 tot 45 jaar opgehaald zouden worden om te werken. Aanvankelijk was ik van plan binnen te blijven, doch daar er op straat niets te doen was en alles gewoon was ben ik toch maar gaan werken. Later bleek dat de Duitsers het bevolkingsregister hadden opgevraagd, en naar aanleiding daarvan is het praatje in de straat gekomen. (P.Vermeer had het register overgegeven) Toch was er wel iets aan het handje. ’n Poosje geleden zo ongeveer drie weken geleden is W. v.d. Voort gearresteerd. Er waren wapens gevonden in de werkplaats van Appels waar W. v.d. Voort bedrijfsleider was. Ook Appels en zijn zoon werden gearresteerd. Vermoedelijk daar mede verband houdende werden hier 11 personen opgehaald. Enkele waren ’s avonds weer op vrije voeten andere bleven weg, voor hoe lang? Oorlogsnieuws geen. Alleen kanongebulder in de verte.
17 oktober dinsdag
Front nieuws geen. Udenhouts nieuws, v.d. Brand en z’n zoon alsmede enkele anderen zitten nog vast. De Duitsers hebben zijn huis geplunderd. Het vee weggevoerd. Anderen zitten nog vast. De namen weet ik niet.
18 oktober woensdag
Heden hebben ze de boerderij van van de Brand en die van van Bijnen af laten branden. Deze mensen hadden ondergrondfs werk verricht, en onderduikers geholpen. De z.g.n. rooie Jan is er debet aan. Waar die vent vandaan kwam wist niemand, ook niet op wiens gezag hij commandeerde. Hij was te loslippig en was daarom niet te vertrouwen. Van het front weinig nieuws. Het rommelt onheilspellend in de verte. We krijgen een lazaret in Udenhout. In Oisterwijk moeten de geëvacueerden uit Best en Oirschot verder op. De Scheldemond is in Engelse handen, wordt verteld. Wanneer en hoe het einde?
20 oktober vrijdag
Geen nieuws van ’t front. Wel veel jagers in de lucht. Ook nog ‘ns even op Udenhout gedoken. Het gevolg; twee licht gewonden. Een jongen in de rug (?) geschoten en een ander aan de arm licht gekwetst door ’n scherfje.
22 oktober zondag
Zeer veel artillerievuur in de richting van ’s Bosch. Volgens de geruchten wordt er vanuit drie richtingen een aanval op de stad gedaan, de groepen resp. 8 en 12 km van de stad.
23 oktober maandag
Enkele km’s in de richting van ’s Bosch opgerukt. Ook vanuit Schijndel trekken de Engelsen in de richting van ’s Bosch. Vandaag weer veel soldaten in Udenhout aangekomen. Alle paardenvolk. Er werd weer veel vee gevorderd. Gisteren zijn van d’n Brand en zijn zoon weer opgehaald. Ook nog hun vee dat eerst inveiligheid gebracht was. Wie zou de verrader zijn?
25 oktober woensdag
Gisteravond ging het gerucht dat er sinds 2 uur n.m. in de stad ’s Bosch gevochten werd. ’s Avonds zou de stad in Engelse handen geweest zijn. Schijndel, St. Michielsgestel, Best en Oirschot zouden ook ontruimd zijn. Dit wordt verteld door mensen die het hebben horen zeggen van iemand die het had horen zeggen van enz. enz. Wel was het geschut duidelijker te horen. Gisteravond om 8 uur was er een zware slag. Later bleek dat dit de brug bij Koninghoeve geweeswt is. Veel ontploffingen zijn er vandaag te horen geweest. Alle bruggen en brugjes in Oisterwijk zijn de lucht ingegaan. Ook langs de wegen zijn vele bomen tegen de grond gegaan voor wegversperringen. Het front komt naderbij. In de verte is duidelijk mitrailleurvuur te horen. In de richting tussen Oisterwijk en Enschot was vanavond een flinke brand waar te nemen. Ook zijn hier in Udenhout verschillende kanonnen opgesteld. Vannacht zijn er weer veel transporten in de richting Loon op Zand vertrokken. Infanterie is hier in Udenhout gebleven. Het gevolg; fietsen, paarden en veevordering. M. Mathijssen raakte aan die heren 3 van hun 4 koeien kwijt. Wanneer zullen we van die af zijn? In de kleermakerij wordt nu hard gewerkt Leo en Jan zijn er iedere dag.
26 oktober donderdag
Gisteravond begon het gedonder. In de richting Boxtel was tot twee uur in de nacht kanonvuur waar te nemen. Vanmorgen on zeven uur begon het hier in de buurt. Afweer vuur en mitrailleurvuur is van dichtbij waar te nemen het is te hopen dat we geen artillerie vuur krijgen. Ik meende nog gauw wat melk gaan te halen maar het behoefde niet. Alles van de straat af en vensters en deuren dicht.
10.00 uur. Het begint erger te worden. Zojuist kwamen er twee Duitsers om m’n fiets. Van nr. 1 mocht ik ze houden. Nr. 2 wist mede te delen, alleen dokters mogen ze behouden. Fiets weg. Verdomme nog.
13.00 uur. Het is wat rustig geweest. Gegeten hebben we, Anna is met de afwas bezig, Tante Tina rust, Tante Ant ook, ik lees of schrijf of bewijs kleine diensten. Onze kleine Mari slaapt rustig in zijn wagentje het welk in ……. de kelder staat. Hij nu erg rustig, was van de morgen ook al vroeg op reeds om 7 uur. We hopen en vertrouwen er doorheen te spartelen.
16.00 uur. We zitten in de kelder. Zwaar vuur is er niet meer te horen. Zo af en toe nog ‘ns een schot. Mitrailleur vuur des te meer. Doch het verplaatst zich sterk. Was het eerst meer aan de spoorlijn te doen en toen pal in de richting van de Mortel. Nu is het meer in de richting van de Groenstraat. Zeer waarschijnlijk is het op de Heusdenschebaan welke voor de terugtocht sinds lang met letters was aangegeven. Nu op het ogenblik is het weer stil. Uit verveel hebben we vanmiddag een potje gekaart, Ties, Robben en ik.
Toen het vuren heviger begon te worden achtte ik het niet langer verantwoord om daar te blijven. Het was goed dat ik thuis was. Want het vuren begon erger te worden en een verdwaalde kogel hoorden we over het huis fluiten. De soldaten trekken in de richting van het dorp terug. Ik heb goede hoop dat het spoedig achter de rug zal zijn. Het gevaar is dan nog wel niet in het geheel weg maar toch grotendeels.
16.30 uur. Even zijn we uit de kelder geweest. Maar daar het buiten weer “luisterijk” begon te worden zijn we maar weer naar beneden gegaan. En op tijd. Buiten gaat het er als een oordeel. Ook weer zware ontploffingen zijn er te horen. Het komt me voor dat ik een auto of tank hoor aankomen. God sta ons bij is onze bede. Wij kunnen onszelf niet meer helpen nog beschermen. Moeder van Altijddurende Bijstand help ons in onze grote nood. Niet meer de bekende geluiden horen we. Er zijn er ook vreemde, Engelse? bij.
We hopen en vertrouwen.
Het is tien over vijf (17.10 uur) De bui schijnt af te drijven. Het schieten is meer verder af. Ook rijdt er iets door de straat, maar wat? Ik moest p……pen, heb het in een weckfles gedaan. Onze Mari slaapt rustig op Anna’s schoot. Het is de eerste keer in zijn leven dat hij dat uithaalt. We hebben hier in de kelder nog een Rozenhoedje gebid. Vanmiddag hebben we in de huiskamer er ook nog een gebid. We bidden hopen en vertrouwen.
Het is kwart over zes (18.15 uur) Rustig is het geworden. M. Mathijssen staat in brand. Ook in de Groenstraat is brand uit gebroken. Als we dit doorkomen zullen we (ik) zo goed als het in m’n vermogen is helpen.
Half acht (19.30 uur) onze buurman komt melden, Engelse tanks rijden door de straten. Even kijken, weer niks, weer niks te zien. In de verte horen we wel het gebrom van motoren, toch durven we nog niet te veronderstellen dat de moffen weg zijn.
Ongeveer 10 uur (22.00 uur) Ties komt me roepen. De straat staat vol volk. Ja het is zo, de Duitsers zijn weg en wij zijn vrij. We gaan op straat kijken. Zware en grote gevaartes rijden ons voorbij. Wij zwaaien, de mannen zwaaien terug. Ze weten dat ze bij mensen komen die hun graag zien komen, en wij begroeten hen als onze bevrijders. We hebben bij Robben een flinke borrel gevat. Toen naar Ties, daar dito. Jan van de Steen, Leo Liebregts en andere komen af en aan. We feliciteren elkaar.Vrij, Vrij. Hoe bestaat het, even de straat op. Even naar Joh. Botermans naar Jos Coppens waar we ook nog een borreltje pikten; en toen binnendoor naar huis. Ze maakten ons bij Jos wijs dat er nog Duitsers in de straat waren. Bij Ties een lekkere kop koffie gedronken. Christ Mathijssen was er ook. We hebben medelijden met hem en zijn familie. We zullen ons best doen om hem te helpen.
De nacht gingen we natuurlijk niet naar bed omstreeks 2 uur werden we nog eens opgeschrikt door kanonvuur. Het was dichtbij, we doken in de kelder. Er gebeurde echter niets meer.
27 oktober vrijdag
6 uur in de morgen. Anna komt goed nieuws vertellen, ik krijg een nieuwe fiets. Nou, gelukkiger kunnen ze me niet maken. Ik weet niet waar ze vandaan zal komen. ’t Kan me ook niet donderen, al komt ze van de……………….
9 uur. Ik ben de straat op geweest, melk wezen halen. Alles staat vol Tommies. Wat een materiaal. De kerels groeten vriendelijk terug. Toch is er naar geruchten een zware dag te verwachten. Tilburg moet vandaag nog vallen. De beide partijen zullen zich waarschijnlijk niet onbetuigd laten, en dan zitten we altijd nog in de eerste frontlijn. Als we deze dag en de dag van morgen goed doorkomen is het gevaar wel voort geweken. Nu zijn ze al z’n best aan ’t schieten. We zxullen vandaag nog wel n’s de kelder in moeten. M’n fiets is thuis gebracht, een mooie Duitse kar. Ik ben er erg blij mede. Hoewel, de onrust, huiszoeking of zoiets dergelijks de vreugde nog tempert. We hopen er goed door te komen.
28 oktober zaterdag
Gisteren is de dag rustig verlopen. “Rustig” De hele straat vol materiaal en mensen, namiddag artillerievuur. Geweldig maar het is eenzijdig. Eerst tegen 11.00 uur begonnen de moffen terug te schieten. In de verte konden we de kanonnen horen ontbranden, dan tellen tot 8, je kon dan het fluiten van de granaat horen, waarop de ontploffing. Gelukkig is er voor zover wij weten nog niets getroffen. We hebben vannacht op kermisbedden in de huiskamer geslapen. Na 12.00 uur was het vuren stil. Het begon om 7.00 uur in de morgen weer. Nu fluiten de Engelse granaten door de lucht. De moffen antwoordden sporadisch, maar ik ben bang van die enkele.
Zaterdagavond. Het bleek dat vannacht nverschillende Duitse granaten in ons Udenhout huizen getroffen hebben. Het café Verzeiden, en de koekfabriek Victoria hebben belangrijke schade opgelopen. Geen gewonden trouwens, wat dat betreft zijn we er goed van af gekomen. Er zijn bij alle gevechtshandelingen ’n drietal lichtgewonden en geen doden. De materiele schade is echter aanzienlijk. Vele huizen zijn licht beschadigd. Tal van boerderijen en ook burger woonhuizen zijn afgebrand.Om bij onze naaste buur te beginnen Mathijssen, Wed. Scheffers,Brobbers en C. Bronner. Onze kerktoren is ook beschadigd. Maar dat alles kan hersteld worden. Vandaag is de sport tegen de N.S.B. begonnen, en natuurlijk tegen andere Duitse vrienden. Van Ostade was de eerste die gearresteerd werd. Vervolgens Jos Schoonus en nog anderen. Ook de moffenmäls werden opgehaald. Morgen worden deze laatste op de kiosk de haren afgeknipt. Mooi gezicht zal dat zijn. Vandaag was het een mooi gezicht in de straat, vele vlaggen hingen uit. Na vier en een half jaar spontaan en vrij de driekleur. We hebben met enige ceremonie de vlag uitgestoken. Vanmiddag is de duin van moffen gezuiverd. Een poosje de artillerie erop, het resultaat, 115 gevangenen en 260 doden. Half negen is het nu, het gedonder van de kanonnen begint weer. In de verte ook de Duitse. Ik weet nog niet of de granaten op Udenhout en omgeving terecht komen. In spanning zit ik te luisteren. Affijn we hopen en vertrouwen. Druk in de straat is het anders wel geweest. Heel de middag is het trekkende geweest aan een stuk tanks en auto’s. Die kerels hebben materiaal! In de kleermakerij zijn jan en ik vandaag weer druk aan het werk geweest voor de Engelse soldaten. Ik doe het liever dan voor de moffen. We vragen er geen geld voor maar sigaretten en levensmiddelen. Onze oude soldaten zijn weer in actieve dienst. Zij zijn als bewakers, als hulppolitie ingedeeld. Met Duitse geweren paraderen zij door de straten en maken zich verdienstelijk voor het verkeer. Zo is het voor vandaag weer voldoende. We zijn gelukkig en danken God uit het diepste van ons hart dat Hij ons gespaard heeft. Moge Hij ons in de komende dagen die ook nog gevaarlijk zijn, daar we toch nog in de acute frontlijn liggen, ons onder Zijn machtige bescherming houden.
29 oktober zondag
We volgen met spanning de bevrijding van de naburige dorpen. Loon op Zand is ook vrij. Het heeft echter een dure prijs moeten betalen, 75% der huizen zijn beschadigd, 30% geheel verwoest. Er zijn vele gewonden onder de burgers en ook verschillende doden. Het laatste is erger dan het eerste. Het eerste kan nog hersteld worden. Ook Kaatsheuvel moet veel geleden hebben door het artillerievuur. De drukte in Udenhout is niet verminderd. Het is een rijden. Twee kinderen zijn er nog mede verongelukt, gelukkig niet al te erg. Namiddag om drie uur hadden we Lof met Te Deum. Er was niet veel volk in de kerk. Onder het zingen van het Te Deum daverden de Engelse tanks over de straat. We dankten O.L.Heer voor den uitkomst. Uit het grootste gevaar zijn we zonder bijzondere gebeurtenissen uit.
30 oktober maandag
Het verkeer is veel minder geworden. Ook het Engels geschut is grotendeels weg. Het is duidelijk dat het front aanmerkelijk is opgeschoven. We hebben vandaag alles uit de kelder en uit de grond gehaald en weer op z’n plaats gebracht. Ook de kleermakerij is weer wat op streek. Morgen of zeker na’den heiligendag ga ik weer aan ’t werken. Vandaag zijn er nog enkele Duitse gevangenen binnen gebracht. De heren schijnen de duinen nog niet verlaten te hebben. De boerderijen aan d’n duinwal zijn allen op één na afgebrand. De materiele schade is aanzienlijk.
31 oktober dinsdag
Een rustige dag geweest. Het verkeer is al veel minder. Goede berichten overdag en slechte ’s avonds. Geertruidenberg is ook vrij. De steden Bergen op Zoom, Rozendaal, Breda, Tilburg en ’s Bosch en de daar omheen liggende dorpen zijn vrij. De Langstraat nog niet. Het minder goede bericht, de Duitsers doen een tegen aanval in de richting van ’s Bosch. Hopelijk mislukt die. De Engelsen zenden met haast versterkingen naar dat front. Tal van auto’s en tanks gaan in die richting. Ander minder aangenaam nieuws; de artillerie schijnt ook terug getrokken te zijn. Hier in de buurt wordt tenminste weer zwaaar geschoten. Het begon tegen 10.00 uur. Van de eerste schoten verschrokken we weer. Hopelijk loopt alles toch goed af. Het zou te erg zijn als die moffen weer terug kwamen.
1 november Allerheiligen
Geen nieuws aan het Udenhouts front. In de duinen wordt nog gevochten. Vandaag zijn er nog enkele gevangenen binnen gebracht. Gisteravond nog een zieke of liever een gewonde met de EHBO vervoerd. Hij was van zaterdag op zondag door een Duitse granaat verwond. Een dode was er toen te betreuren, twee gewonden. Gefietst wordt er weer veel gedaan. De mof heeft toch alle fietsen niet mede! Nog een korte beschouwing over het Engelse leger en ik zal m’n dagboek wel kunnen besluiten, denk ik, echte oorlogshandelingen zullen er wel niet meer voor komen hopen en denken we. We zijn weer optimistisch geworden. De grote verschillen, welke mij en meerdere die ik gesproken heb zijn deze.
1. Hun overweldigend materiaal.
2. Niets nodig te hebben van de burgers, zelfs geen water.
3. De bedaardheid in hun optreden.
4. Niet dat kruiperige salueren en afsnauwen van minderen zoals bij de Duitsers het geval was.
5. ’s Zondags waren verschillende soldaten in de kerk, terwijl ook kerk gegeven
werd in de school voor de soldaten.
6. Geen dronken of kapende soldaten zoals in ’40.
7. In een woord geweldig