De naam van Iersel duidt op de herkomst van de plaats Eersel. Dit komt bij veel ‘van namen’ voor zoals in de kwartierstaat voorkomende namen als van Dongen, van Tilburg, van Helvoirt enz.
Historische verklaring voor de naam Eersel.
In 712/713 geschiedde een schenking door een zekere Engelbert aan de Heilige Willibrord, welke schenking door de Abdij van Echternach in Luxemburg werd overgenomen. Zij bestond uit drie hoeven met een zaal(huis), een kleine hoeve en drie slaven met hun vrouwen en kinderen. De plaats wordt omschreven als Eresloch in het land van Taxandrie. Voor Eresloch of Ereslo wordt geen enkele naamsverklaring gegeven wat betreft Eres-, terwijl men voor -lo aanneemt een open plaats in een bosrijke omgeving.
Later heeft men de uitgang -sel willen verklaren met sala, het Romeinse voor zaal, huis, maar door wetenschappers is deze verklaring afgewezen.
Eersel behoort tot ‘De Acht Zaligheden’in de Brabantse Kempen. De uitgang -sel wordt soms als denigrerend ervaren, misschien ook wel door de uitspraak vorm als sul.
De overgang van de ee klank in de naam Eersel, naar de ie klank, in de naam van Iersel, is dialectisch goed te verklaren. In het Kempisch dialect kent men geen echte ee klank maar ook geen echte ie klank, maar iets daartussen in. Vreemden verstonden deze ee/ie klank als ie en schreven dan ook een ie, dus zo ook in van Iersel.
In de archieven van Antwerpen komt de naam van een Eerselse abt van de St Michielsabdij voor, geschreven als Mattheus Yerselius, Mattheus van Iersel dus.